Vaak is het antwoord: waarschijnlijk wel. Toch zijn er enkele zaken waarmee u rekening moet houden.
Installeer geen oudere versie van macOS dan de versie die bij uw Mac is meegeleverd
Wanneer u een nieuwe Mac koopt, heeft die een specifieke macOS-versie en ook een build voor dat specifieke Mac-model. Als u een oudere versie of build van het besturingssysteem installeert door bijvoorbeeld uw oude Mac naar de nieuwe te klonen, kan de nieuwe Mac onverwacht gedrag vertonen of start deze zelfs helemaal niet op. Als u de nieuwe Mac voor het eerst gebruikt, gebruikt u Migratie-assistent om uw gegevens naar de nieuwe Mac te migreren.
Als de nieuwe Mac gewoon een andere Mac is die u niet net in de winkel hebt gekocht, kan het klonen van de Mac naar de nieuwe Mac probleemloos verlopen. Wanneer u de bron-Mac naar de nieuwe Mac kloont, zorgt u ervoor dat de bron-Mac is bijgewerkt naar één release hoger dan die op de nieuwe Mac. Bijvoorbeeld: als macOS 10.12.4 op de nieuwere Mac staat, werkt u de bron-Mac bij naar 10.12.5 alvorens de migratie uit te voeren. Mocht zo’n update niet beschikbaar zijn, gebruik dan de Migratie-assistent.
Macs met een T2-chip of Apple Silicon-chip hebben "gepersonaliseerde" besturingssystemen
Wanneer macOS wordt geïnstalleerd op een Mac met T2-chip of Apple Silicon-chip, ondertekent het installatieprogramma van macOS enkele opstartbronnen met een handtekening in de vorm van een code die voor elke Mac uniek is. Als u probeert uw Mac op te starten vanaf de reservekopie van een andere Mac, zal de Mac weigeren om vanaf dat volume op te starten en het volgende aangeven:
Deze “update” omvat de download van systeembronnen en de daaropvolgende aanpassing van het besturingssysteem op het reservekopievolume aan de huidige Mac. Hiervoor is een internetverbinding vereist. Het programma van die update werkt doorgaans en het reservekopievolume is vervolgens opstartbaar, maar diverse factoren kunnen ervoor zorgen dat het proces mislukt. Na de bevestiging dat de versie van het besturingssysteem compatibel is met de Mac die u probeert op te starten, hebt u twee opties:
Mac met T2-chip
- Houd Command+R ingedrukt om de Mac in de Herstelmodus op te starten en wijzig de instelling Veilig opstarten in Gemiddelde beveiliging en start vervolgens op vanaf het reservekopievolume, of
- Houd bij het opstarten de T-toets ingedrukt om de Mac in de Doelschijfmodus op te starten, sluit de Mac en de reservekopieschijf aan op een andere Mac en zet vervolgens de reservekopie terug naar de interne opslag van de Mac die zich in de doelschijfmodus bevindt. CCC zal het macOS vragen om de doel-Mac te personaliseren. Voor deze procedure is macOS Catalina of nieuwer en een internetverbinding vereist.
Mac met Apple Silicon-chip
Houd bij het opstarten de aan/uit-knop ingedrukt, selecteer ‘Opties’ en druk vervolgens op de knop ‘Ga door’. Dan:
- Kies ‘Opstartbeveiligingshulpprogramma’ in het menu Hulpprogramma's, wijzig het Beveiligingsbeleid in Verminderde beveiliging en start vervolgens op vanaf het reservekopievolume, of
- Kies ‘Deel schijf…’ in het menu Hulpprogramma's, selecteer een volume dat u wilt delen en klik vervolgens op de knop ‘Begin met delen’. Sluit de reservekopieschijf rechtstreeks aan op een andere Mac, sluit de delende Mac aan op de andere Mac via USB of Thunderbolt en zet vervolgens de reservekopie rechtstreeks terug naar de gedeelde schijf van de delende Mac. CCC zal het macOS vragen om de doel-Mac te personaliseren. Voor deze procedure is macOS Catalina of nieuwer en een internetverbinding vereist.
Zet de reservekopie van een Intel Mac niet terug naar een M1 Mac. Als u gegevens van een oudere Mac wilt migreren naar een nieuwere Mac, moet u Migratie-assistent gebruiken.
Bepaalde voorkeuren in macOS worden als “host-specifiek” beschouwd
Zulke voorkeuren worden genegeerd als u een andere computer opstart met het gekloonde besturingssysteem en de gekloonde gegevens. De voorkeuren voor de schermbeveiliging zijn bijvoorbeeld host-specifiek. Als u een andere computer opstart vanaf de opstartbare kloon en de schermbeveiliging wordt geactiveerd, merkt u dat de standaardinstellingen worden gebruikt. Geen zorgen: u hebt geen gegevens verloren. De oorspronkelijke voorkeuren worden “hersteld” wanneer u opnieuw opstart vanaf de oorspronkelijke Mac. Om te weten welke voorkeuren host-specifiek zijn, houdt u de Option-toets ingedrukt en kiest u Bibliotheek in het menu Ga van de Finder. Ga dan naar Bibliotheek > Preferences > ByHost.
Netwerkinstellingen blijven mogelijk niet behouden op een andere Mac
Naast de programmaspecifieke voorkeursbestanden wordt de netwerkconfiguratie van de ene Mac mogelijk niet aanvaard door de andere Mac. macOS-netwerkinstellingen worden bewaard in /Bibliotheek/Preferences/System Configuration/preferences.plist en CCC kopieert dat bestand tenzij u het expliciet uitsluit. Soms behoudt een Mac de instellingen uit het configuratiebestand van een andere Mac maar vaak zijn er voldoende verschillen in de configuratie van de netwerkhardware dat macOS beslist om de inhoud van dat bestand te negeren.
Bepaalde programma’s kunnen anders werken als u ze op een andere Mac opent
In dit onderdeel van de CCC-documentatie worden bepaalde betrokken bekende programma’s meer in detail besproken.
Het macOS-installatieprogramma past een firmware-upgrade toe
Oudere Macs herkennen APFS-volumes niet als opstartbare apparaten totdat het macOS-installatieprogramma een firmware-upgrade heeft toegepast. Als u High Sierra of hoger op een andere Mac wilt klonen, moet u het macOS-installatieprogramma minstens een keer op dat systeem hebben gebruikt om het nieuwere OS met succes op die Mac te kunnen klonen.
Hoe weet ik nu of het gaat werken?
Bepalen of dit type kloon gaat werken in uw situatie is heel eenvoudig. Start de doel-Mac gewoon op vanaf de CCC-reservekopie van de bron-Mac:
- Sluit de CCC-reservekopie van de bron-Mac aan op de doel-Mac met een Thunderbolt- of USB-kabel.
- Open op de doel-Mac het voorkeurenpaneel Opstartschijf in Systeemvoorkeuren en stel het reservekopievolume van de bron-Mac in als de opstartschijf. Klik vervolgens op de knop Herstart.
Als de doel-Mac met succes is opgestart vanaf het macOS van de bron-Mac, weet u dat het werkt! Open CCC en kloon dan de schijf van de bron-Mac naar de interne harde schijf van de doel-Mac. Als de doel-Mac niet kon opstarten vanaf het macOS van de bron-Mac, gebruikt u Migratie-assistent om uw gebruikersgegevens en programma’s over te zetten.